Utrechters pleiten namens alle inwoners voor vuurwerkverbod
Utrecht – “Een soort mini-Utrecht met voor- en tegenstanders”, zo beschrijft wethouder Eva Oosters de diverse groep Utrechtse inwoners die zaterdag met het advies kwam om tijdens de jaarwisseling een vuurwerkverbod in de stad in te stellen. Het eerste burgerberaad heeft de afgelopen maanden diepgaand overlegd over de toekomst van de jaarwisseling in Utrecht. “De uitkomst was een totale verrassing”, aldus de Student & Starter-wethouder.
Hoewel de uitkomst onverwacht was, is Oosters enthousiast over het eerste burgerberaad. Ze gelooft dat het advies de goedkeuring van de meerderheid van alle Utrechters (bijna 375 duizend) kan wegdragen. Deze gedachte wordt gedeeld door Kees Moore, een deelnemer aan het burgerberaad. “Er was binnen het beraad een duidelijke meerderheid. We wilden het ook pas aan de gemeente adviseren als twee derde plus één van de deelnemers voor een verbod is.”
Het burgerberaad was een uitnodiging aan ruim tienduizend Utrechters, waarvan 749 inwoners zich aanmeldden om deel te nemen. Op basis daarvan werden ruim 142 personen geselecteerd om een representatieve groep te vormen. De bewoners vertegenwoordigden verschillende leeftijdsgroepen en woonden op diverse plekken in de stad. Uiteindelijk waren er 87 inwoners aanwezig bij de eerste bijeenkomst en 81 bij de laatste.
In totaal werden er vijf bijeenkomsten gehouden, waarbij er gediscussieerd werd over hoe de jaarwisseling in de stad moet verlopen. Dit gebeurde in Kanaal30. Volgens Moore werd er tijdens de bijeenkomsten regelmatig in groepjes gewerkt, gevolgd door een plenaire stemming met behulp van mobiele apparaten. Voor de bewoners die geen Nederlands spraken, waren er tolken beschikbaar en er was ruimte voor diverse meningen.
Dit participatieproces is precies wat Oosters voor ogen had voor de uitvoering van dit project. “Mede omdat er nu echt een keuze gemaakt is.” Het was voor haar een nieuwe ervaring, omdat ze niet nauw betrokken was bij het proces. Het was meer een kwestie van “start maar” en de uitkomst afwachten. Het thema jaarwisseling werd volgens haar gekozen omdat het maatschappelijk relevant is en het bestuur er niet uitkwam.
Ondanks de kosten van 400.000 euro en de tijdrovende en arbeidsintensieve aard van een burgerberaad, verkiest Oosters deze boven een referendum. Volgens haar lezen leden van een burgerberaad zich beter in en komen ze meer te weten over het onderwerp. Moore beaamt dit: “Tijdens een bijeenkomst komen verschillende sprekers aan bod. Denk aan hulpverleners of vuurwerkverkopers. Als je hun verhalen hoort, dan heb je wel meer achtergrond voordat je stemt.”
Bij een referendum zou er volgens Moore alleen ruimte zijn voor stellingen, terwijl het burgerberaad breder kijkt, ook naar aspecten zoals het sociale karakter van de jaarwisseling. Hij benadrukt het belang van het behouden van het sociale aspect van de jaarwisseling, waarbij buurtbewoners spontaan met een glaasje champagne naast elkaar staan. Hij pleit voor het organiseren van kleine buurtevenementen in plaats van grote evenementenbureaus.
De plannen van het burgerberaad worden momenteel geëvalueerd en moeten nog juridisch, praktisch en financieel worden getoetst voordat de gemeenteraad in april een definitieve beslissing neemt. Oosters is optimistisch over de uitvoering van de plannen en benadrukt dat politieke voorkeuren geen rol meer spelen tijdens de raadsvergadering.
Hoewel de bijeenkomsten soms lang waren, blikt Moore tevreden terug op zijn deelname aan het burgerberaad. Hij waardeert de ervaring en zou in de toekomst opnieuw willen deelnemen, al suggereert hij wel enkele verbeterpunten, zoals meer sturing van de begeleiders en een betere vertegenwoordiging van twintigers in de groep. Oosters geeft aan dat een grondige evaluatie nog moet plaatsvinden voordat er beslissingen worden genomen over een eventueel volgend burgerberaad.