2024: Kans op sociale huur voor Utrechters stijgt.
De nieuwe maatregel van Utrecht herinnert aan de ongebruikelijke aanpak van vorige zomer. Destijds werden bijna alle beschikbare woningen gedurende zes weken uitsluitend toegewezen aan statushouders. De maatregel voor volgend jaar is echter breder en omvat álle bijzondere doelgroepen, waaronder mensen uit de maatschappelijke opvang, ex-gedetineerden en ex-cliënten van de jeugdzorg.
Toch rijst de vraag of deze maatregel voldoende is. In een brief aan de gemeenteraad stelt De Vries dat door het woningtekort de kans groot is dat er komend jaar extra opvangplekken geregeld moeten worden. De specifieke details hierover zijn (nog) niet bekend.
“Als alles meezit kan gestart worden met de realisatie van in totaal 1684 tot 2054 woningen in 2024 en 2025” – Dennis de Vries
De wethouder zoekt ondertussen ook naar kortetermijnoplossingen, zoals tijdelijke woningbouw. Reguliere woningzoekenden werd in de zomer van 2022 beloofd dat er ongeveer 2500 tijdelijke woningen beschikbaar zouden komen, na voorrang voor statushouders. Het realiseren van deze belofte blijkt echter niet eenvoudig, zoals uit de brief van De Vries blijkt.
Op de al bekende locaties Befuterrein en Pagelaan in Hoograven komen 415 tijdelijke woningen. “Op de Pagelaan komen gebruikte units die volledig gerenoveerd worden en op de Befu locatie units van permanente kwaliteit. Tijdelijke woningen met permanente kwaliteit hebben een lange exploitatieduur (circa 50 jaar) en vragen daardoor om een vervolglocatie. In de praktijk zijn deze locaties nog niet voorhanden en zien we dat de garantieregelingen van het rijk een hoge risico-reservering vragen van gemeente en corporatie.”
Met de gemeenteraad heeft de wethouder een geheime lijst gedeeld met andere locaties voor tijdelijke woningbouw. “Als alles meezit kan gestart worden met de realisatie van in totaal 1684 tot 2054 woningen in 2024 en 2025. Dit aantal is niet hard en dat geldt ook voor de planning. Om de tijdelijke woningen te kunnen realiseren, is het noodzakelijk om tot afspraken te komen met corporaties en mogelijk ook met marktpartijen.”